door Hlde op 28 maart 2010, 17:21
Ik heb 'm ingevuld voor je. Veel succes met je opdracht. Kun je ons ook iets over de uitslag van je onderzoek vertellen als het zover is?
Bijdeze even een stukje uit mijn onderzoek met betrekking op het straffen van leerlingen met ASS.
Bij leerlingen met ASS is het belangrijk om te weten dat straffen niet helpt. Want wanneer je een leerling met ASS alleen zet in de klas of op de gang zet voor een time out zal hij niet snappen waarom dit gedaan word. Hij ziet dit ook niet als een straf. Wanneer je een leerling straft wil je dat hij daarvan leert dat zijn gedrag ongewenst is en dat hij dit zal moeten aanpassen voor de volgende keer. Dit vraagt inzicht van de leerling. Zoals eerder al is gezegd (blz. 7 van deze brochure) heeft de leerling dit niet. Normaal gesproken ziet de leerling in dat zijn gedrag niet gewenst is en dat hij daarom deze straf heeft gekregen. Hij ziet het verband tussen zijn gedrag en de straf. Wanneer een leerling met ASS wel inziet waarom hij de straf heeft gekregen is het voor hem alsnog moeilijk voor te stellen wat het gewenste gedrag dan wel is. Vraag daarom een leerling met ASS ook nooit om iets te doen wanneer hij ongewenst gedrag vertoond, maar zeg hem duidelijk hoe het wel moet.
Een leerling met ASS loopt constant rond door het lokaal tijdens het zelfstandig werk. De leerkracht vraagt de leerling of hij wil gaan zitten. Dit wil hij niet en hij blijft rondlopen. Na een paar minuten zegt de leerkracht tegen de leerling dat hij op zijn stoel moet gaan zitten en aan het werk moet gaan. De leerling gaat naar zijn plek, gaat op zijn stoel zitten en maakt zonder verdere problemen zijn taak af.
Om een leerling met ASS te leren wat wel gewenst gedrag is moet je het voor de leerling zo visueel mogelijk maken. Als leerkracht zul je moeten vertellen wat hij moet doen in een situatie, maar zul je het hem ook moeten laten zien wanneer dit mogelijk is. Zo ziet de leerling wat hij moet doen en imiteert hij dit moeiteloos. Ongewenst gedrag zal uitblijven in deze situatie.
Doordat je een leerling met ASS niet kunt straffen zal de leerkracht een andere manier moeten bedenken om de leerling van ongewenst gedrag af te helpen. Zo kan de leerkracht met de leerling de volgende afspraak maken. De leerkracht stelt een nieuwe regel in. De “stop” regel. Wanneer de leerling iets doet wat niet mag of niet hoort dan zegt de leerkracht stop en geeft hierbij een gebaar. De leerling weet dan dat zijn gedrag niet goed was. Het is dan van belang dat de leerkracht meteen verteld hoe de leerling het wel had moeten doen zodat de leerling dit kan toepassen en verder kan. Dit systeem kan bij verschillende situaties worden ingezet. Bij een leerling met ASS is het dus belangrijk het gewenste gedrag aan te leren wanneer je van het ongewenste gedrag af wil.
Gewenst gedrag aan leren word gedaan door middel van beloningen geven wanneer het gewenste gedrag wordt getoond. Maar ook dit werkt niet bij leerlingen met ASS. Het is namelijk zo dat zij de beloning aan de activiteit gaan koppelen en verwachten dan ook elke keer bij deze activiteit deze beloning. Wanneer de beloning uit blijft zal dit tot gevolg hebben dan ook het gewenste gedrag wegvalt.
Ik heb mijn informatie voornamelijk gehaald uit het boek: "Geef me de vijf" van Colette de Bruin.