Ik was laatst in mijn stageklas aan het observeren.
Het viel me op dat alle leerlingen erg mondeling taalvaardig waren (daar zit dus geen probleem).
Daar had ik het ook dus ook met mijn mentor over.
Hij vroeg aan mij: Er is een leerling die pas 2/3 jaar in Nederland is, weet jij wie?
Ik geloofde mijn oren niet, want ik kon het nergens aan horen en aan zien.
Dus ik zei nee.
Nou.. het was een meisje en ze kwam uit Suriname.
Mondeling taalvaardig staat ze sterk, maar haar woordenschat is onder de maat.
Nu vraag ik me dus af als ik de taalontwikkeling van woordenschat beschrijf, moet ik daarbij ook de mondelinge taalvaardigheid beschrijven (want daar scoort ze prima).
En dan had ik nog een vraag.
Waar kan ik woordenschat onder plaatsen: in verband met een presentatie
- Lezen
- Spreken/luisteren
- Schrijven