Heerlijk die zonnige dagen. Ik zit buiten met plezier al die oude tijdschriften door te nemen en los graag de puzzels op.
Vanmorgen kreeg ik de Margriet More in handen en vond daarin onder het kopje Raadsels vraagstukken die ik probeerde op te lossen, maar twee 'goede' antwoorden (die erbij gegeven werden) verbaasden me zodanig dat ik jullie die vraagstukken ook eens wil voorleggen om te kijken of ik er naast zit.
Vraagstuk 1
Een groenteboer zet aan het begin van de dag 200 kg komkommers buiten, die voor 99% uit water bestaan. Door de hitte bestaan de komkommers aan het eind van de dag nog maar voor 98% uit water. Hoeveel kg komkommers heeft de groenteboer over aan het eind van de dag?
Ik rekende dus keurig uit hoeveel water die komkommers bevatten en constateerde dat daarvan 1% verdampt is (eerst was het 99% en aan het eind van de dag nog maar 98%).
'Nee',luidt het antwoord. 'De groenteboer heeft nog maar 100 kg komkommers over.' 'Hè?', denk ik dan, 'dat betekent dat bijna de helft van het water verdampt is. Waar haal je dat in vredesnaam vandaan. Dat kan toch nooit goed zijn?'
Vraagstuk 2
Stel: je zit in een rubberboot in het zwembad. In de boot ligt een steen. De steen gooi je overboord. Stijgt of daalt het waterpeil in het zwembad daardoor?
Ik kan me eventueel in twee antwoorden vinden, maar niet het antwoord dat zij geven: Het waterpeil zal hierdoor dalen.
Als ik ongelijk heb, hoor ik het graag. Wie denkt er even mee?