Jaloers
“Was ik ook maar leraar geworden!”
Afgelopen maandagavond was het weer zo ver.
Dit keer was het mijn zwager.
De vorige keer was het een vriend.
Die keer daarvoor zo maar iemand die iets te zeggen had. Iemand die in ieder geval niet werkzaam is in het onderwijs. En dat wel graag zou zijn.
Niet omdat het zo ontzettend veel voldoening geeft om met kinderen te werken. Niet omdat hij graag kennis overdraagt aan anderen. Niet omdat hij energie krijgt van het werken met jonge mensen. Niet omdat hij graag knutselt, liedjes zingt of poppenkast speelt. Nee, niets van dat alles.
De categorie mensen hierboven beschreven spreekt de wens om in het onderwijs te werken, slechts op enkele momenten per jaar uit: als wij vakantie hebben!
Ik heb geen zin om te vertellen dat werken in het onderwijs zwaar is. Ik doe geen moeite om te vertellen wat de gemiddelde leerkracht in vakanties voor zijn klas of school doet. Ook geen zin om uit te leggen waarom we die vakanties echt nodig hebben. Omdat minstens de helft van de leerkrachten gammel en snipverkouden doorsukkelt tot de eerstvolgende vakantie. En met een beetje pech de helft van iedere vakantie met koorts in bed ligt.
We hebben inderdaad regelmatig vakantie. En daar geniet ik van! Jullie hopelijk ook!
En tegen mijn zwager en andere weinig originele grappenmakers kan ik maar één ding zeggen: laat je omscholen! In het middelbaar onderwijs staan ze te springen om docenten.