Ik sluit me aan bij NafNaf en Princess: laat de leerlingen het zelf doen en zelf ervaren
Probeer zo veel mogelijk een vergelijking te maken met iets wat wel aanspreekt,
bv. hun eigen lichaam of dingen uit hun naaste omgeving:
Als er geen voeding in je lichaam kan komen, krijg je geen energie.
Als er een gaatje in je ader komt loopt het bloed eruit.
(Zit er 'stroom' in die batterij? Ik geloofde het pas toen ik mijn tong gebruikte en die nare tinteling voelde.
Anders heeft het nog het meeste weg van een goocheltruc. Maar helaas, je kunt niet alle leerlingen even
hun tong tegen de batterij aan laten houden.
)
Een openstaande brug, waardoor er een file ontstaat. Na de brug is het doodstil.
Verder zijn hier opdrachten die je kunt laten uitvoeren en die wel betekenis hebben:
-
http://www.techniekinjeklas.nl/home/opdrachten3 (De kerststal en de minicursus stroom.
De opdracht 'Ontwerp een schakelaar' zal vast en zeker te pittig zijn)
Start met de minicursus. Vervang desnoods de tekens die daar gebruikt worden voor batterij,
schakelaar (en ev. het motortje) voor tekens die de leerlingen zelf bedenken. Dan is de kans
ook groter dat het aanspreekt.
Breng later het geleerde in praktijk door de kerststal te laten maken.
Toch kan het best zijn dat de stof nog te moeilijk voor deze lln. is. Je zegt zelf dat op het niveau
van een groep 5 zitten. Kijk nu eens naar de leeftijdsgroep voor wie de lessen geschikt is? Juist
voor groep 7/8 en ook al zijn zij qua kalenderleeftijd zo oud, zij hebben dat niveau nog niet bereikt.
Probeer dan de simpelste manier van een stroomkring duidelijk te maken:
batterij (met twee 'lipjes' bovenop) - twee snoertjes en een lampje --> een draadje los, geen licht, draadje vast, wel licht.
Als ze dat begrijpen hebben ze misschien ook de zenuwspiraal door.