Ik kocht bijna nooit boeken. Hoe leuk een boek ook is, uiteindelijk worden de werkjes ouderwets. Ik ging in de vakantie naar de bibliotheek en nam dan steeds een paar boeken mee. Meestal boeken die eigenlijk voor volwassenen bedoeld zijn.
Ik probeerde steeds andere technieken aan te leren, zelfs naaien, haken, breien, borduren, punniken, weven en knopen kregen bij mij een kans, maar alleen voor de liefhebbers. (Het is niet te doen onwillige lln. breien te leren, vandaar dat ik met werkbladen werkte, waardoor iedereen aan het werk kon, terwijl ik een techniek aanleerde.)
De leukste dingen vereenvoudigde ik dan op een manier die voor kinderen van een bepaalde leeftijd te behappen zijn.
Hier besteedde ik altijd een deel van mijn vakantie aan: boeken uitzoeken in de bibliotheek, thuis bekijken, interessante artikelen of technieken goed doorlezen en zelf uitproberen, het idee vereenvoudigen en werkblad samen stellen voor de kinderen om er zelfstandig mee aan het werk te kunnen gaan.
Hierdoor heb je altijd heel originele ideeƫn (ze zijn immers helemaal van jezelf?).
Zo stelde ik in de vakantie alvast het hele jaarprogramma samen (of iig een groot deel) en probeerde alles ook zelf uit om te kijken of het haalbaar was of bepaalde dingen niet te hoog gegrepen waren en alsnog vereenvoudigd moesten worden.
Later hoorde ik wel eens dat een tante van een van de kinderen mijn ideeƫn ook weer gebruikte in haar klas.
Ook waren ze vaak al heel goed als ze in het voortgezet onderwijs kwamen (dit waren dan lln. met aanleg), want de meeste technieken hadden ze al eens gehad.
Een tip:
Wij hadden op school een oude bekerkast. Toen die opgeruimd moest worden heb ik hem schoongemaakt en opgeknapt en op een centraal punt in de gang opgehangen. Hierin werden steeds de werkstukken van de kinderen een tijdje tentoongesteld. De 'tentoonstelling' wisselde steeds, want elke week waren er weer een paar werkstukken af.
Ook had ik op de gang overal grote wissellijsten hangen, waarin 2D werkstukken tentoongesteld werden.