Kerstballen van papier verdelen over twee (of meer) kerstbomen d.m.v. een dobbelsteen.
Welke boom heeft er aan het eind (als alle ballen op zijn) meer/ minder/ evenveel, synchroon tellen, gooien met dobbelsteen met het symbool (symbool herkennen (bijvoorbeeld het cijfer 6), haal er eens een af hoeveel heb je er nu, doe er eens een bij.
Nog niet uitgeprobeerd:
Misschien kun je van een kerstslinger een getallenlijn maken en op de grond leggen.
Let wel op dat alle kinderen het vanuit dezelfde hoek bekijken en zien dat links 1 begint en de getallen naar rechts steeds hoger (meer) worden. Breng het getal ook steeds i.v.m. de echte hoeveelheid (in dit geval 5 betekent 5 kerstballen).
Op de papieren kerstballen aan de kerstslinger staan de cijfers waarmee je wilt oefenen, bijvoorbeeld 1 t/m 12
Je kunt de getallen laten springen, zodat ze ervaren dat je steeds verder gaat: een sprong vooruit is er een meer, een sprong terug is er een minder.
Je kunt het zo moeilijk maken als je zelf wilt.
Als de kerstballen te verwijderen zijn, kun je er een weghalen en de kinderen laten raden (en ervaren) op welk getal ze dan staan.
Laten ervaren dat het altijd hetzelfde getal is daar op die plaats aan de slinger, want volgens mij denken heel veel kinderen dat het elke dag weer anders is.