Zelfgeschreven (kort) verhaal over de herfst. het is niet super, maar misschien nog wel bruikbaar
Kabouter Puntmuts
Er was eens een Kabouter. Kabouter Puntmuts was zijn naam.
Hij woonde in een grote rode paddenstoel met ronde witte stippen.
Op een dag besloot Kabouter Puntmuts een boswandeling te gaan maken. Hij trok zijn jas aan en strikte de veters van zijn laarzen stevig vast. Toen liep hij naar buiten.
Maar wat ziet hij nou?! Er hangt allemaal plakband in de bomen!
Kabouter Puntmuts kijkt verbaasd naar boven. Ja hoor, zelfs boven zijn hoofd hangen er allemaal plakbandjes aan de takken.
Maar hoe komt al dat plakband daar?
âKabouter Puntmuts, Kabouter Puntmuts!â Daar komt Meneer Konijn aangehupst. âWat goed dat ik jou hier zie! Er is iets mis met de bomen!â Onrustig springt Meneer Konijn op en neer. Kabouter Puntmuts wordt er helemaal zenuwachtig van en wil naar voren stappen om Meneer Konijn te kalmeren.
âŠMaar wacht eens even, zijn voet zit vast!
Verschrikt kijkt Kabouter Puntmuts naar beneden. Wat is dat nou? Het lijkt wel⊠lijm!
âMeneer Konijn, rustig nou. Help me eens even uit die plas met lijm.â
âOh Sorry Kabouter Puntmuts. Ik heb denk ik een beetje gemorst.â
âGemorst? Hoe kan dat dan?â
âNou, gewoon, zo:â Meneer Konijn haalt een potje lijm uit zijn blauwe rugzak en houdt het ondersteboven. Alle lijm druppelt op de grond.
âHĂ©, voorzichtig!â roept Kabouter Puntmuts. âDat moet je niet doen! Daar is die lijm niet voor.â
Gauw stopt Meneer Konijn het lijmpotje weer in zijn rugzak.
âGoed zo.â Glimlacht Kabouter Puntmuts. âNou, help me nu maar eens uit die plas met lijm.â
Meneer Konijn pakt de twee handen van Kabouter Puntmuts stevig beet en begint er hard aan te trekken.
âAu! Au! Au!â Roept Kabouter Puntmuts verdrietig. âJe doet me pijn!â Maar dan trekt Meneer Konijn voor een laatste keer, en schiet de laars van kabouter Puntmuts ineens los.
âPoeh, dat voelt al veel beter.â Kabouter Puntmuts bekijkt de neuzen van zijn laarzen nog eens goed.
âMaar Kabouter Puntmuts, wat ik je nog wilde zeggen.â
âJa, wat wilde je zeggen Meneer Konijn?â
âHet bos is ziek!â
âSorry? Wat zeg je?â roept Kabouter Puntmuts verschrikt.
âHet bos is ziek! En ik heb al geprobeerd om alle bomen weer beter te maken, maar het werkt niet!â
Ineens snapt Kabouter Puntmuts wat er aan de hand is. Meneer Konijn denkt dat het bos ziek is, omdat alle bladeren naar beneden vallen. En omdat hij alle bomen beter wilde maken heeft hij geprobeerd om de blaadjes met lijm en plakband weer aan de takken vast te maken.
âOh Meneer Konijn toch, er is helemaal niets aan de hand.â Roept Kabouter Puntmuts opgelucht. âHet is herfst! Dan hĂłren de blaadjes van de bomen te vallen.â
âWeet je het zeker?â Vraagt Meneer Konijn onzeker.
âGeloof mij nou maar.â Lacht Kabouter Puntmuts.
âGelukkig maar, het zou zĂłveel werk zijn om alle bomen in het bos nog te doen.â
âInderdaad. Ga maar gauw alle plakband en lijm opruimen, dan kunnen we straks nog even in de bladeren spelen.â
En dat deden ze. Het ging hard waaien, en de blaadjes vlogen alle kanten op. Kabouter Puntmuts en Meneer Konijn renden erachteraan.
Zo ging het de hele herfst door, tot het weer winter werd.