door Joke op 27 dec 2006, 17:40
Je zou eigenlijk de methode Pluspunt moeten lenen van iemand. Daarin staan al dit soort sommen. (I.i.g. de oude methode.)
Sleeën met sneeuwballen die gegooid worden (hoeveel over?) of die erbij gemaakt worden (hoeveel samen). Sneeuwpoppen met 'knopen' op hun buik, hoeveel hebben twee poppen samen, hoeveel 3 poppen, hoeveel moeten er nog bij gedaan worden om er 15 van te maken, hoeveel moet je er nog af halen om allemaal evenveel knopen te krijgen, hoeveel heeft de ene pop er meer, hoeveel de andere pop minder enz. enz.
Vooral deze laatste vormen kunnen met kleinere getallen ook (in spelvorm) met kleuters worden gedaan (wie heeft er minder, wie meer, welke poppen hebben evenveel enz.).
Voor groep 3 kan dat ook in de vorm van een begr. leeslesje. Hierbij laat je allerlei opdrachten maken over de sneeuwpoppen. In eenvoudige taal.
Kleur de linker wortel oranje, kleur de sjaal van de middelste pop rood witblauw enz. Dan kun je zien of ze al goed kunnen lezen. Daarna kun je het klassikaal doen of met de mindergoede lezers aan de instructietafel.
De betere lezers vinden het echt leuk om zulke opdrachten die ze zonder hulp kunnen uitvoeren te mogen doen.