Op dit moment werk ik in een groep waar zeer veel bijzondere leerlingen in zitten. Een leerling met PDD-NOS wordt erg goed begeleid en heb ik al vanaf week één niet veel problemen mee. Soms een dag wel, maar over het algemeen valt het mee.
Ik heb de laatste weken vooral problemen met een ander meisje in de klas. Dit meisje heeft ADHD en geen medicijnen. Soms weet ik echt niet wat ik met haar aan moet. Ik zal proberen enkele voorbeelden te geven, misschien kan iemand mij dan tips geven. Nog wel een kanttekening erbij. Het is een combinatieklas 5/6, waarbij dit meisje in groep 5 zit. Groep 5 en 6 zijn 's morgens gesplitst, maar 's middags is het een combinatiegroep. Dan vinden de meeste problemen plaats.
Een voorbeeld. Het meisje komt de klas in. De hele groep moet gaan lezen, zodat ze na de overblijf tot rust komen. Het meisje gaat eerst heel uitgebreid haar kastje opruimen, ik negeer haar. Hierna gaat ze andere kinderen afleiden, waarop ik naar haar toe ga. Ik kijk samen met haar naar het bord, waar het rooster op staat. We lopen dit samen na en komen tot de conclusie dat we nu gaan lezen. Het meisje pakt haar boek en ik loop naar een ander kind, dat mijn hulp nodig heeft. Ondertussen blijft het meisje andere kinderen lastig vallen, lachen enz. Ze gaat niet lezen. De puntenslijper valt op de grond en dit moet ze van mij opruimen. Ze pakt de bezem en gaat vegen. Dit blijft ze doen, waarbij ze expres tegen stoelen van andere kinderen aan stoot. Ik krijg geen contact met haar, ze blijft lachen en luistert niet. Ik kan haar gewoon niet bereiken en weet ook niet meer wat ik met haar aanmoet.
Een ander voorbeeld. Het meisje en 3 andere kinderen zitten aan de instructietafel omdat ze extra uitleg nodig hebben. Het meisje schopt onder de tafel naar andere kinderen, maar na een 'waarschuwing' van mij stopt ze hier mee. Hierna let ze niet op, leidt ze de andere kinderen af en praat ze door mijn uitleg heen. Ik kan haar weer niet bereiken, totdat ik zeg dat ze terug moet naar haar plaats. Dan zegt ze opeens, nee ik doe mee, ik hou op. Hierna wordt het minder, maar nog steeds blijft ze doorgaan. Even later moet ze terug naar haar plaats, zodat ik anderen kan helpen. Ze doet op haar plaats niks meer, alleen anderen lastig vallen.
Zo kan ik nog wel meer voorbeelden geven, ik weet niet precies wat ik ermee aan moet. Vanaf het begin af aan heb ik al moeite met haar, terwijl het bij mijn duo naar mijn idee andersom is.