door Joke op 18 nov 2007, 16:41
In het basisonderwijs bestaat een deel van de hulp uit extra begeleiding. Deze lln. hebben gewoon meer inoefentijd nodig.
Zo hebben wij eerst een programma om deze lln. op een hoger AVI-niveau te laten komen. Elke vooruitgang is een succes.
Dit doen we door lalezen, ook wel baklezen genoemd. Met lalezen (bij ons noemen we het kameleonlezen) werkt de rest van de groep zelfstandig aan het lezen. Hierbij maken we gebruik van verschillende types boeken waaruit wisselend wordt gelezen: informatie, kranten, strips, poëziebundels, AVI-boeken enz. In die tijd heeft de leerkracht gelegenheid een vast omlijnd programma met de methode Leeslijn uit te voeren, waarin o.a. flitslezen zit verwerkt. Alles volgens de werkwijze van Ed Koekebacker, een 'leesgoeroe' op het gebied van hulp aan zwakke lezers.
Een voordeel hiervan is, dat een ll. waarmee op deze manier aantoonbaar gewerkt is , voorrang krijgt bij hulp in een leeskliniek, waar normaal gesproken hele lange wachtlijsten voor bestaan.
Op elke school moet het dyslexieprotocol aanwezig zijn, een boek dat elke school van hogerhand heeft ontvangen. Misschien is het handig er eens naar te vragen en het door te nemen nu je met dit onderwerp bezig bent.
Er zijn vele vormen van dyslexie, waarop in principe de begeleiding kan worden aangepast. Ook logopedisten worden wel eens ingeschakeld en kunnen goede hulp bieden, mits ze er verstand van hebben natuurlijk, sommigen zijn er in gespecialiseerd.
Op de basisschool worden geen onderzoeken meer gedaan naar dyslexie, het levert niets extra's op en kost te veel.
Via je ziektekostenverzekering wordt een daisyplayer en een lidmaatschap bij bijv. een blindenbibliotheek weleens vergoed als je in het bezit bent van een dyslexieverklaring. (Ouders laten hiervoor dan zelf hun kind via (en met instemming van) de huisarts onderzoeken.) In een blindenbibliotheek en op enkele andere plaatsen kun je boeken laten inspreken, wat zo zijn voordelen heeft.
Er zijn ook ouders die zelf de lessen van hun kinderen vooraf inspreken, zodat de lessen van de leerkracht hiervan geen hinder ondervinden.