door juf Agnes op 13 sep 2009, 22:27
Ik heb laatst een leuke telles gedaan met de schoenen die de kinderen aan hadden. Elk kind legt een schoen in de kring. We hebben ze eerst (samen met tante Pollewop uit de rekenflat) gesorteerd op soort: sandalen, slippers, sportschoenen, meisjes schoenen enz. De indeling kwam van de kinderen zelf. Daarna elk groepje tellen en vergelijken: waarvan zijn er meer, sandalen of slippers? Daarna ieder kind een blok laten pakken en naast het groepje van hun schoen een toren laten bouwen. Zo kun je ook laten zien dat er meer sandalen zijn omdat de toren hoger is. Niet "voorzeggen" natuurlijk, maar de kinderen zelf laten ontdekken. Ik heb woordkaarten gemaakt van de verschillende soorten schoenen die er zijn. En die gebruikt om een soort staafdiagram op papier te plakken met vierkantjes (blokjes) papier.
Daarna hebben we dezelfde oefening nog een keer gedaan, maar dan met de verschillende sluitingen: klittenband, gespen, veters en "niks".
Doordat hun eigen schoen onderwerp van de rekenles was zat iedereen op het puntje van zijn/haar stoel om mee te doen.
Reik niet naar de hemel, maar haal 'm naar je toe! (Karin Bloemen; "Lef")