door Joke op 15 jan 2018, 23:42
Op school hebben we het gehad over voorbereidend kaartlezen. Hierbij werd verteld dat je bij een praatplaat voor alle onderdelen van voorbereidend kaartlezen vragen kan stellen (benoemen, abstraheren, objectiveren, ordenen, lokaliseren en relateren).
Ik kom hier alleen niet helemaal uit. Hoe kun je bij een praatplaat vragen stellen op het gebied van objectiveren, ordenen en relateren?
Alvast bedankt!
Heel wat prentenboeken bevatten prachtige tekeningen met zo veel sprekende details dat het zonde zou zijn om hier geen gesprek aan te wijden. Een goede praatplaat (bijv. uit een prentenboek) roept vragen op, prikkelt de fantasie, is te verbinden met eigen ervaringen en klaservaringen.
Zo zie ik het, misschien is het zo duidelijker:
Objectiveren: Bekijken en beoordelen op basis van feiten. --> Heb je zo iets zelf al eens meegemaakt? Wat gebeurde er toen? Wat zou je doen als het nog eens gebeurde? etc.
Relateren=Verbanden leggen. De kleuter breidt zo zijn kennis uit door meer informatie over een probleem of een gegeven en leert zo verbanden te leggen tussen problemen en/of gegevens.
Ordenen: ordent, systematiseert en structureert de informatie overzichtelijk.
(Zonder praatplaat is het wel wat moeilijker om vragen te bedenken :-) )