door JufKim op 28 sep 2003, 08:59
Ik heb tijdens een stagebezoek eens een kringactiviteit gedaan die ik later nog vaak met mijn eigen klas herhaald heb. Kan bij elk thema, je moet het alleen even aanpassen. Hieronder zal ik de activiteit beschrijven voor het thema herfst, dat ligt nu tenslotte het meest voor de hand, zeker omdat woensdag ook de kinderboekenweek begint.
Voorbereiding:
Maak vier tekeningen van paddestoelen op stevig karton. Geef ze allemaal een andere kleur, bijv. groen, oranje, paars en blauw (geen rood)
Maak kaarten van de tekeningen die je neer kunt zetten (bijvoorbeeld een A4-tje dubbel vouwen zouden het een tentvorm krijgt, dan blijft het staan.)
Materiaal:
- de kaarten met de paddestoelen
- kleine houten blokjes (zoveel als er kinderen in de klas zitten)
Inleiding:
Maak de kring in hoefijzervorm zodat iedereen de tafel voor je goed kan zien.
Vertel de kinderen een verhaal over de kabouters die in het bos wonen (diep in het bos ;D ). Kleed het een beetje aan door het bos te beschrijven (hoge bomen, veel paddestoelenhuisjes e.d). Op een ochtend als de kabouters wakker worden (ze rekken zich uit, enz., enz.) en naar buiten gaan vanuit hun paddestoelen huisjes zien ze opeens iets heel raars: alle paddestoelen zijn veranderd! Ze zijn niet meer rood met witte stippen, maar blauw, groen, oranje en paars! ze begrijpen er niks van. Enz. enz. maak er maar een verhaal van. Uiteindelijk komt het er op neer dat de kabouters van nu af aan niet meer in een paddestoel rood met witte stippen hoeven te wonen, maar zelf mogen kiezen welke kleur huisje ze willen hebben.
Kern:
Tijdens het verhaal heb je de kaarten met de verschillende paddestoelen op tafel gezet. Je laat de kinderen de kleuren nog eens benoemen. Vervolgens geef je ze allemaal een blokje (of leg ze op de grond voor ze neer, dan kunnen ze er niet mee spelen) en vertel je dat zij de kabouters uit het bos zijn en allemaal een paddestoel mogen kiezen. Een kind is de eerste. Hij of zij mag eerst vertellen welke kleur paddestoel hij/ze kiest, en wellicht ook waarom. Dan mag dat kind zijn/haar blokje bij het plaatje van zijn/haar keuze leggen. De volgende doet het zelfde. Als een kleur voor de tweede keer wordt gekozen, wordt het blokje op het vorige blokje gelegd, zodat je een toren krijgt. Alle kinderen komen aan de beurt. Maak het spannend. Als alle kinderen aan de beurt zijn geweest heb je 4 torens. De een hoger dan de ander.
Nu vraag je de kinderen in welke paddestoel de meeste kabouters wonen en hoe ze dat zien. Waar de hoogste toren staat wonen de meeste kabouters. Waar wonen de minste? Hoeveel kabouters wonen er in de groene paddestoel?, etc., etc.
Zo kan je nog veel meer vragen er aan toevoegen. Een kabouter ging verhuizen, waar wonen nu de meeste kabouters? Als er twee kabouters bijkomen, hoeveel kabouters wonen er dan. Zo kan je nog lang door gaan.
Afsluiting:
Ter afsluiting vertel je nog een stukje van je verhaal. Toen de kabouters een poosje in hun gekleurde huisjes hadden gewoond, vonden ze het eigenlijk toch niet zo leuk en wilden graag terug naar hun paddestoelen rood met witte stippen. En zo gebeurde het ook. Misschien nog even het liedje zingen.
Houd wel goed in de gaten dat je het tempo erin houdt. Bij een grote groep is het inderdaad handig om dit met de helft te doen. Als de kinderen er genoeg van krijgen, meteen afronden. Maar ik denk dat je dat wel weet.
Ik hoop dat je hier iets aan hebt.
Succes!
:-*