Schrijvers: AVI-systeem vergalt leesplezier kinderen
Van onze verslaggever Robin Gerrits
gepubliceerd op 18 november 2008
AMSTERDAM - Het systeem waarmee kinderen in Nederland leren lezen, leidt tot een rem op het leesplezier. De jeugdboekenschrijvers verzetten zich tegen ‘misbruik’ van dit zogeheten AVI-systeem (Analyse voor Individualiseringsnormen) en roepen in een brochure op toch vooral uit te gaan van wat kinderen leuk vinden om te lezen.
De schrijvers van de jeugdwerkgroep van de Vereniging van Letterkundigen (VvL) hebben het gevoel dat vormtechnische eisen belangrijker zijn geworden dan hoe boeiend een boek is. ‘Het belemmert de creativiteit’, zegt Selma Noort, voorzitter van de werkgroep. ‘En het leidt tot gekunsteld Nederlands.
Gekkigheid
In een boekje over zwemmen mag het woord ‘bad’ niet omdat het op een d eindigt, die als t wordt uitgesproken, en ‘water’ niet omdat het een a met lange aa-klank bevat. Ga er maar aan staan.’ AVI leidt hier en daar tot gekkigheid, erkent ook Rietje Nivard van de Kinderboekenwinkel in Amsterdam. ‘In de onderste AVI-niveaus is de juf altijd boos, want de ij van ‘blij’ hebben ze nog niet gehad.’ Maar, zegt ze, goede schrijvers weten er toch iets van maken.
De AVI-indeling bestaat al dertig jaar en is vooral bedoeld om de technische leesvaardigheid van kinderen vast te stellen. De auteurs vinden vooral de hogere niveaus onzin.
Moois
Prima voor op school, maar daarbuiten moeten kinderen blijven kiezen wat ze leuk vinden, ongeacht het niveau. ‘Ouders en grootouders stappen de boekwinkel in en vragen alleen maar om een boekje op AVI-4-niveau’, zegt Ted van Lieshout, meervoudig gelauwerd auteur. ‘Dan mis je veel moois.’
Leerkrachten houden te krampachtig vast aan AVI, merken bibliotheken. ‘Een ouder krijgt te horen dat haar kind ‘kilometers moet maken’ op AVI-6’, zegt Marga Moerman van de Westlandse bibliotheek. ‘Wij geven in de kasten expres de hogere AVI-niveaus niet meer aan.’