Nieuwe methode basisscholen: vier complimenten en pas daarna straf
door Sander Lindenburg.
ZWOLLE - SBO de Brug in Zwolle, de Timotheüsschool in Oldebroek en de ds. J. van de Wendeschool op Kampereiland werken samen met Hogeschool Windesheim gedurende twee jaar aan een door de overheid gesubsidieerd project onder de titel 'School Wide Positive Behavior Support'. De essentie van het project, dat gisteren officieel begon, is dat er meer complimenten en beloningen aan kinderen uitgedeeld worden.
Niet alleen aan kinderen met gedragsproblemen, maar aan iedereen in de klas. De methode is gebaseerd op bevindingen die er inmiddels (met succes)mee zijn opgedaan in Amerika, Noorwegen en IJsland.
"Het idee dat complimenten beter werken dan straffen, dat is niet nieuw, maar wel dat het met een systematische en planmatige wijze aangepakt op de hele school en bij de kinderen thuis", zegt hoofddocente drs. Erica de Bruïne van Windesheim, die samen met drs. Margreet van Oudheusden en dr. Sui Lin Goei gisteren aan docenten van de drie scholen een toelichting gaf op de nieuwe methode.
"Het is nu zo dat leraren vaak 80% van hun tijd besteden aan 5% van de leerlingen in een klas die door hun gedragsproblemen voor overlast zorgen. En dat moet hierdoor veranderen." Wat gedragsproblemen zijn, buiten kinderen met bijvoorbeeld ADHD, kan per leerkracht verschillen. "Hoe je omgaat met het gedrag van leerlingen, daar moet je als team dan afspraken over maken". Om docenten bewust te maken van hun eigen gedrag is er als stelregel dat elke leerling elke dag eerst 4 complimenten krijgt en pas daarna (indien nodig)een bestraffing. "Als School of Education willen we zo bijdragen aan een goede kwaliteit van het onderwijs. Onze kennis verspreiden we na afloop in het hele land, samen met andere scholen en instellingen die elders in Nederland met SWPBS zijn gaan werken".
Volgens drs. Van Oudheusden is het niet zo dat de drie scholen die nu meedoen meer probleemkinderen hebben dan elders. "Het verschil is dat deze scholen bewust aan het zoeken waren naar oplossingen. Wij waren ook met dit onderwerp bezig, mede voor onze docentenopleidingen, zodat we tot elkaar zijn gekomen." In totaal gaat het om een deelname van zo'n 400 basisschoolleerlingen.
Lector dr. Suil Lin Goei van het lectoraat Onderwijszorg en Samenwerking en programmaleider van het project glimlacht op de vraag 'of je zoiets niet ook uit een boek kunt leren'. "Dit is iets waar je het samen eens over moet worden. Je moet samen uitspreken wat je verwachtingen zijn van een kind. Dat is niet iets dat je even in je eentje doet. Er moet in de hele school eenheid zijn in de strategie die je volgt. En je reactie op probleemgedrag moet overal hetzelfde zijn, dus ook op de speelplaats of bij het uitgaan van de school. Dit is iets dat je moet trainen".
Daarvoor moeten - per school - gedragsregels geformuleerd worden. "Daar kan dan in staan dat je respect voor elkaar zult hebben, maar hoe ziet dat er dan uit? Belangrijk is wel dat je ook die regels op een positieve manier opschrijft, dat dat wat je wilt ook haalbaar is voor een kind. We moeten niet streven heiligen van ze te maken".
Windesheim levert coaches, verzorgt trainingen en doet onderzoek, maar het meeste werk moet door de schoolteams zelf gedaan worden. 'School Wide Positieve Behavior Support' is een van oorsprong Amerikaanse methode: "Maar we gaan het naar de Nederlandse situatie aanpassen. Dat overdreven gejuich als iemand iets goed doet, dat slaat hier toch niet aan. Wij zijn meer van: doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg", zegt Margreet van Oudheusden. Er wordt nog nagedacht over hoe dan complimenten worden uitgedeeld: Met kaartjes of stempels? "Belangrijk is wel dat je er bij zegt waarom je iemand een compliment maakt".
Meewerken aan het project is belangrijk voor Windesheim, omdat het als taak ziet als School of Education mee te werken aan de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Bovendien kunnen studenten helpen bij de uitvoering van het project en bij het onderzoek, en uiteindelijk in hun werk profiteren van de methode. Er zijn overigens ook andere instellingen in Nederland aan het werk met SWPBS en ook daar wordt onderzoek gedaan naar de 'werkzame delen' van SWPBS. Zo kan invoering - bij succes - volgens de dames snel landelijk plaatsvinden: "Met steun van de overheid werken heel veel scholen in Noorwegen er na een periode van drie jaar mee, dat moet hier ook kunnen".