ook ik ben tegen mandala's kleuren.mn dochter kwam thuis met mandala's en ik vind dit niet goed.
heb het met de juf overlegt en die vind het onzin en geeft gewoon nog mandala 's aan mn dochter.
ik ben er erg boos over.
ik vind dit niet kunnen op een katholieke school
uitleg over mandala's:
Mandala’s zijn in. In 2005 was een grote mandala gemaakt bij de Onze Lieve Vrouwe- toren (de Lange Jan) in Amersfoort. Onlangs riep een kerk op haar website leden op om mee te doen aan het maken van een levende mandala op de ‘Onkruid Beurs’, een beurs voor new age en shamanisme (uit De Oogst,maart 2006). In twee schrijfmethodes en een rekenmethode hebben mandala’s een centrale plaats. Een moeder kreeg van haar zoon voor moederdag een cadeautje. Het was op school verpakt in papier waarop een mandala afgedrukt was! Prof. dr. R. Franzke uit Hannover (
http://www.faith-center-Hannover.de), een kenner op dit gebied, stelde het volgende artikel samen. Het is vertaald door de heer H. Volkert en bewerkt door Anne Nijburg M.A..
MANDALA TEKENEN
Onschuldige stilteoefening of godsdienstige praktijk?
I. Wat zijn mandala’s?
Mandala’s zijn meestal cirkelvormige tekeningen binnen een afgebakende ruimte. Deze tekeningen zijn opgebouwd rond het middelpunt. Normaal gesproken worden de mandalatekeningen van buiten naar binnen ingekleurd. Maar mandala’s kunnen ook gemaakt worden van stenen, bloesems of bladeren.
Binnen het onderwijs wordt steeds vaker het mandala tekenen beoefend. Meestal wordt het lokaal verduisterd, een kaars of geurlamp neergezet en meditatieve muziek gedraaid. Voordat men met het tekenen begint, worden er ontspanningsoefeningen gedaan of fantasiereizen gemaakt. Tijdens het tekenen van de mandala moeten innerlijke rust, ontspanning en concentratievermogen groeien. Op deze manier kan de leerling door middel van zelfkennis een verbinding leggen met het hogere ‘zelf’ of het contact met het ‘onbewuste’ bevorderen. Het gaat erom vanuit de eenheid van de inwendige mens te komen tot een verbinding met de uitwendige kosmos en zo innerlijke vrede en harmonie te vinden. Op deze manier kunnen mandala’s genezend en heilbrengend werken en zelfgenezingskrachten oproepen.
Mandala’s kunnen niet alleen worden getekend, ze kunnen ook worden geschreven en gedanst. Er zijn scholen waar de schooldag wordt begonnen met het maken van een mandala. De kinderen moeten in een kring gaan zitten en zo worden er oefeningen gedaan in meditatie en fantasie met behulp van mandala’s. Leerlingen gaan op deze manier wennen aan de cultuur en symboliek van de mandala’s.
Oosterse godsdiensten
In oosterse godsdiensten zijn mandala’s hulpmiddelen voor meditatie en visualisering. Door middel van het gebruik van mandala’s komt men in contact met de goden of godheden. Het maken van een mandala, soms een zandmandala, heeft dan tot doel een ingang en woonplaats voor de goden te bieden. In een krantenverslag wordt gezegd, dat door de “verdieping in de beeldspraak van de mandala de geest van Boeddha (!) tot leven komt en op de mens overgaat”.
Het is duidelijk, dat christenen zich niet bezig moeten gaan houden met de onoverzichtelijke veelheid van verwarrende onderwijsconstructies uit het verre Oosten. Het zijn leugenachtige bedenkingen. Vanuit christelijk oogpunt kan er geen twijfel over bestaan, dat mandala’s, die onmiskenbaar een religieus-magisch karakter hebben, dienen te worden afgewezen. De vraag is alleen: slaat dit ook op mandala’s, die schijnbaar onschuldige mandalavoorbeelden zijn, zonder religieuze symboliek?
II. Waartoe dienen mandala’s?
1. Mandalapraktijken als slim verpakte trancetechniek.
Door middel van mandala’s moeten leerlingen leren niet meer naar de buitenwereld te kijken, maar naar binnen en zo komen tot meditatieve verdieping en de opening van het ‘inwendige oog’. Na enige oefening leidt het geconcentreerd mandalatekenen tot een toestand van TRANCE, die de deur tot onzichtbare geestelijke werelden en machten opent. Daarom is de omgeving waarin wordt getekend van groot belang: donker klaslokaal, kaarslicht, zachte muziek, geuren, aroma’s, ontspanningsoefeningen en fantasiereizen. De techniek van het mandalatekenen dwingt de leerling tot een mentale concentratie op één enkel punt, namelijk op het schilderen op zich en op het midden van de mandala. Bovendien wordt de visualisering van de leerlingen aangespoord door de opbouw van de mandala. De concentrische opbouw van de mandala suggereert een opening, een tunnel naar een andere wereld of werkelijkheid.
“Ga nu rechtop zitten in meditatiehouding en concentreer je met hart en geest op het centrum van de mandala.. Concentreer echt al je aandacht op dat centrum. Je voelt je, alsof je daarin wordt getrokken… en nu je in het centrum bent, ga je van daar uit de hele mandala bestrijken… Stel je voor, dat je langs een lange tunnel het centrum inwandelt. Je gaat rechtstreeks het centrum binnen, door dat centrum heen en je komt aan de andere kant uit in zuiver licht”.
2. Mandalapraktijken als contactmiddel voor hogere machten
Mandalapraktijken zijn technieken van communicatie en confrontatie met transcendente machten. Bij het meditatieve mandalatekenen komen beelden en boodschappen uit het ‘onbewuste’ naar boven. Het lijkt alsof een andere persoon iets bijzonders wil meedelen over de tekenaar en de wereld . Zoals de literatuur duidelijk maakt, zijn gestandaardiseerde mandala’s hulpmiddelen voor symbolische communicatie met machten uit het hiernamaals . Intuïtief gekozen mandala’s zijn in zekere zin aanvragen voor boodschappen. En de langs de weg van visioenen ontvangen (of gechannelde) mandala’s zijn antwoorden en boodschappen van transcendente machten.
In oosterse godsdiensten dienen mandala’s en mandalarituelen als aanroeping en bezwering van goden en godheden. Geconcentreerd mandalatekenen kan en moet de leerlingen veranderen in een medium. Zij laten zich zo – ook in hun tekenen en kleuren- leiden en inspireren door machten uit het hiernamaals. Precies deze functie had het dagelijkse mandalatekenen bij de beroemde psycholoog en leerling van Freud: C.G. Jung. Mandalatekenen kan en moet ook “blikken in de hemel” of visioenen mogelijk maken, die boodschappen en aanbevelingen tot handelen bevatten.
3. Mandalapraktijken zijn moderne technieken van waarzeggerij.
De keuze en uitbeelding van de mandala’s, maar ook de gekozen kleuren en vormen geven uitsluitsel geven over het innerlijk van de maker. De mandala laat gevoelens en problemen zien en maakt duidelijk hoe iemand in zijn vel zit.
4. Mandalarituelen zijn technieken van magische manipulatie van mensen.
De rituelen beïnvloeden en veranderen de persoon, maar ook het geestelijk milieu van een hele regio met de middelen van de magie. Waarnemers beweren , dat mandala’s een magische uitwerking hebben op de tentoonstellingsbezoekers .
5. Mandalatekenen is een techniek van astrale projectie.
Geconcentreerd mandalatekenen kan buitenlichamelijke zielenreizen, ‘reizen naar de goden’ of ‘reizen van de ziel naar de absolute werkelijkheid’ inleiden. Zo laat bijvoorbeeld de moderne sjamaan Michael Harner zien, dat mandala’s met hun geconcentreerde samenstelling een tunnelachtige ervaring brengen, die buitenlichamelijke zielenreizen naar de ‘onderwereld’ of naar de ‘hemel’ bevordert . Ook ‘Das neue Lexikon der Esoterik’ van Roberts wijst erop dat mandala’s nuttige hulpmiddelen zijn ter inleiding van buitenlichamelijke zielenreizen. Veelal wordt heel openlijk gesproken van “mandalareizen” of reizen naar de andere werkelijkheid .
6. Mandalapraktijken zijn technieken van energetisering.
Ze moeten bovennatuurlijke kracht- en energiebronnen ontsluiten .
7. Mandalatekenen is een techniek van persoonstransformatie.
Mandalapraktijken roepen ‘heilzame beelden en transformerende krachten’ te voorschijn . Volgens de opvatting van het tantrisch boeddhisme en de Dalai Lama helpt het tekenen van mandala’s om in geestelijk opzicht omgevormd te worden, zodat je een bepaald gebied onder controle kunt krijgen .
III. Beoordeling en kritiek
1. Mandalapraktijken zijn geen leer- en onderwijshulpmiddelen
Kinderen worden op lange termijn helemaal niet tot rust gebracht. Het concentratievermogen van de kinderen wordt ook niet bevorderd. De rust duurt hooguit zolang er getekend en gekleurd wordt. Vele moeders hebben een tegenovergestelde ervaring: klassen of scholen, die het mandalatekenen gebruiken, zijn in de regel duidelijk luider, onrustiger en agressiever!
2. Mandala’s zijn geen oerbeelden.
Oervormen of oertypen, die in het ‘collectieve onderbewustzijn’ zouden zijn opgeslagen zijn afkomstig uit het rijk der duisternis en worden door het tekenen van mandala’s zichtbaar gemaakt.
3. Mandalatekenen is een vorm van hypnose of trance.
Ontspanning, kalmering van de geest, stilzetten van de gedachten, concentratie op een punt zijn middelen om tot het doel te komen: ze openen vaak de deur tot het rijk en de machten van de duisternis. In werkelijkheid moet het mandalatekenen transcendente ervaringen overbrengen.
4. Mandalatekenen is een (pseudo-)therapeutische praktijk.
Het mandalatekenen is een centrale techniek in de psychotherapie van C.G. Jung.
Jung paste deze techniek toe, omdat er een genezende en heilzame werking van uit zou gaan. Hij meende dat zo de deur van de diepten van de ziel geopend kon worden. Dat onbewuste in de mens wordt door hem gelijkgesteld met de ‘godheid’ in de mens.
“Dank zij de mandala’s zijn wij in staat de taal van het onbewuste te ontcijferen en tot ons eigen zelf door te dringen” . Inderdaad heeft Jung dagelijks mandala’s gebruikt om met zijn leidende geesten contact op te nemen en zich door hen te laten inspireren. Maar ook volgens C.G. Jung zijn mandala’s “magische cirkels” en religieuze symbolen of oertypen van de mensheid, die ons zogenaamd moeten verbinden met ons ‘zelf’, met ‘grote krachtbronnen’, met een ‘goddelijke energie’ en de ‘kracht van het universum’ .
5. Mandalatekenen is een religieuze, magische en sjamanistische praktijk.
Mandala’s hebben de eenwording met ‘god’, of het ‘goddelijke op het oog. Je moet leeg worden van jezelf, zodat de godheid in jezelf gestalte kan krijgen (je zult zijn als God). Het centrum van de mandala staat dan ook voor het goddelijke. Christenen zullen dan denken aan de verzoeking door de slang: “Je kunt als God zijn!” “In de mandala zit een grote oeroude magische uitwerking, want hij is oorspronkelijk afkomstig van de verzorgende cirkel, van de verboden kring, waarvan de magie bewaard is gebleven in talloze volksgebruiken” . Van mandala’s wordt gebruik gemaakt door heksen, magiërs, sjamanen en door gelovigen van oosterse religies, met het doel contact met de goden te leggen.
In het Tibetaanse boeddhisme voert de mandala de gelovige op de weg naar Boeddha, die hij in de meditatie als werkelijkheid ervaart” . Bovendien worden mandala’s door de Dalai Lama in religieuze ceremonies en rituelen gebruikt voor magisch-manipulatieve doeleinden .
6. Mandalatekenen is een antichristelijke en occulte praktijk.
Mandalatekenen is in strijd met het christelijk geloof en met Gods Woord. Mandalarituelen uit oosterse religies zijn een na-apen van het christelijk geloof. Ze moeten leiden tot een persoonlijke transformatie, tot een soort ‘nieuwe geboorte’ van de initiatiefnemer. De mandala of het mandalatekenen als concentratietechniek komt in de bijbel niet voor. Nergens blijkt dat er ‘christelijke mandala’s’ zijn. Mandala’s staan altijd slechts ten dienste van occulte doeleinden. Christenen, die wat anders beweren, zijn dwaalleraren en verleiders. Door middel van het maken van mandala’s wordt de deur open gezet naar het rijk en de machten van de duisternis.
7. Mandalatekenen is niet ongevaarlijk.
Wie mandala’s tekent of kleurt, loopt een risico naar geest, ziel en lichaam. Het kan de tekenaar ziek maken en de geest in verwarring brengen. Volgens de opvatting van Huyser kunnen “toorn, angst, haat en woede” komen bovendrijven, “een psychotische aanleg ” tot uitbarsting komen . “Soms beleven kinderen en volwassenen tijdens de meditatie (met de mandala) schrikwekkende ervaringen. Misschien zien we, net als in dromen of nachtmerries, monsters of duivels. Wanneer zich iets schrikwekkends gaat aftekenen, kunnen we snel onze wil gebruiken en zeggen: Ik ben baas over mezelf. Opgehoepeld, duivel en opgehoepeld, monster” .
8. Mandalatekenen is een praktijk met een missie.
Wanneer er onder dwang en groepsdruk wordt getekend, is het een moreel verwerpelijke vorm van religieuze indoctrinatie en antichristelijke opgelegde drijverij. Mandalatekenen verschaft een overvloed van esoterische en oosterse dwaalleringen: de leer van het hogere zelf, van de eenheid der tegenstellingen, van de eeuwige kringloop, van het centrum.
9. Mandalatekenen in strijd met het recht en de grondwet.
Onder dwang en groepsdruk in het mandalatekenen in strijd met het hypnoseverbod, het therapieverbod en met het grondwettelijk recht op vrijheid van geloof en geweten. Leraren mogen de leerlingen niet hypnotiseren en hun geen therapie opdringen. Ze mogen geen missionaire activiteiten ontplooien, in elk geval niet buiten de godsdienstles.
IV. Aanbeveling
Enkele aanbevelingen:
1. Houd jezelf en je kinderen ver van het mandalatekenen.
2. Spreek met je kind(eren) over de invloed van een donkere ruimte waar kaarsen worden aangestoken en een meditatieve sfeer wordt opgeroepen.
3. Waarschuw kinderen nooit te beloven te zwijgen over bepaalde lesvormen.
4. Pas op voor allerlei vormen van concentratie op een middelpunt waarbij het denken buiten spel wordt gezet.
5. Maak kinderen duidelijk dat mandalatekenen niet onschuldig is.
6. Laat de leerkracht van uw kind weten wat uw bezwaren zijn tegen mandalatekenen.
Het bloed van Jezus reinigt van zonde. Dat is geen magisch beschermingspantser tegen de uitwerkingen van occulte praktijken. Gebeden zijn juist en belangrijk, maar het voorbeeld van de drie vrienden van Daniël laat zien, dat gelovigen afgoderij, tovenarij, occultisme en magie moeten afwijzen, omdat anders het eerste gebod overbodig zou zijn. Tenslotte had God zijn volk in het Oude Testament steeds weer gewaarschuwd voor afgoderij, tovenarij en vreemde religieuze praktijken en Hij had profeten en wachters (!) geroepen, die het volk Israël moesten bewaren. Die aanwijzing geldt ook nu nog, als we het christelijk geloof en Gods Woord serieus nemen en Jezus Christus getrouw willen navolgen. Afgodendienaars en tovenaars zullen de Heer niet zien, zoals we nog eens heel duidelijk lezen op de laatste bladzijden van de Heilige Schrift (Openbaring 21:8 en 22:15).