Een boek met tellen en schatten
De kring begint met een vertelronde over schoenen. Dat komt omdat er een bijzonder paar nieuwe schoenen is. We bekijken elkaars schoenen en maken een verzameling van alle schoenen met veters, met gespen, je weet wel die dingen met zo'n pennetje, en die met klittenband dicht gaan. We kijken ook naar de verschillende kleuren.
Dan staat het kiezen van het voorleesboek weer op het programma. Het is dezelfde stapel als de vorige keer en de juf en ik zijn benieuwd of ze misschien opnieuw het boek van de vorige keer zullen uitkiezen.
De kinderen hebben al voor de les in de boeken zitten kijken. Dat mocht, als ze maar op de tafel blijven liggen zodat iedereen mee kan doen. De kinderen zijn al meer gewend aan het samen uitkiezen, hoewel een enkeling de keuze vanuit de zijlijn probeert te beïnvloeden. Het wordt deze keer 'Maatje spanrups'
Als ik voorlees vraag ik de kinderen te schatten hoe lang de snavels of de staarten van de verschillende dieren zijn. We tellen hardop als ik met mijn vingen over de plaatjes ga. Het valt mij op dat de oudere kleuters een redelijk gevoel voor de verschillen in maat hebben. Het lijstje dat we maken gaat over de kleinste dieren die je kent, een mugje, tot de grootste. Je moet er ook iets mee beleefd hebben. De mug die je prikte, de hond die je mocht uitlaten, de duif die bijna op je hoofd poepte.
We gaan in twee groepjes tekenen, stempelen en bijschrijven. De voorleesronde gaat nu iets anders. Iedere keer als er een verhaal geweest is mogen twee kinderen er een vraag over stellen.
En vragen stellen is iets anders dan vertellen wat je zelf ook wel eens meegemaakt hebt. Dat verschil tussen een vraag en een vertelbeurt moeten de kinderen soms nog leren.
http://www.taalvorming.nl/Werkvormen/tw13.htmgoogle: prentenboek activiteiten
en:
http://www.paboforum.nl/yabbse/index.ph ... eadid=3793