Als je grapjes in de klas wilt maken, dan moet je je leerlingen goed kennen. Ik weet bijvoorbeeld nog wel in groep 7 dat een meisje tijdens het rekenen de hele tijd zat te kissebissen dat de jongen naast haar z'n elleboog iets teveel op haar tafel had (niet dat ze er verder last van had hoor). Dus ik loop daar naartoe: "Wat is er nou aan de hand?" Zij: "ja, Daan zit met z'n elleboog op mijn tafel." Dus ik: "oooh, Daan toch! Hé jongens, horen jullie wat Daan doet, die boef, die crimineel? Hij zit MET ZIJN ELLEBOOG OP ROWENA'S TAFEL!! Wat voor straf moeten wij hem geven voor deze vreselijke misdaad??"
Natuurlijk weet ik op zo'n moment dat zowel Daan als Rowena daar best wel tegenkunnen, en we lagen met z'n allen dan ook helemaal in een deuk. Maar zoiets doe ik dus niet als ik de kinderen niet ken.
Of als ouders hun kinderen op komen halen vragen ze weleens hoe het ging. En bij kinderen die eigenlijk altijd goed meedoen zeg ik dan weleens: "nou, die Tim was toch wel zó vervelend zeg. Niet opletten, steeds maar kletsen, z'n werk niet af.... toch Tim?" met een dikke knipoog erbij
. Maar dat doe ik alleen als ik Tim die dag al een dik compliment voor z'n werkhouding heb gegeven.
Je moet het er dus duimendik bovenop leggen dat het een grapje is. Bij twijfel: niet doen.
Wees gewoon jezelf. Meer kun je niet zijn.