door Kyrtje op 14 maart 2008, 16:23
Gisteren heb ik met de kinderen een meetactiviteit gedaan, dit vonden ze helemaal geweldig om te doen.
Ik ben gestart met een aantal kinderen naast elkaar zetten, meten wie is groter/kleiner, zet de kinderen eens van groot naar klein enz.
Hierna met een stoel, een tafel enz. hetzelfde gedaan.
De kinderen vonden het zo leuk dat ik besloot nog een stapje verder te gaan.
"Wat nu wanneer iemand je vraagt om te laten zien hoe hoog een tafel of een stoel is, maar je kunt die spullen niet meenemen?" Eerst keken de kinderen me erg vreemd aan. Ze begonnen dingen te roepen als: dan moet je tellen (hoe tellen? dat wisten ze niet).
Totdat een kind opeens kwam met: "dan moet je een groot stuk papier hebben en een streepje zetten waar het ophoud".
Direct stroken papier gemaakt om dit aan te geven. We hebben vanalles gemeten, de tafel, de stoel, een potlood, een boek, een dagritmekaart enz. AL die stroken hebben we naast elkaar gelegd, ook weer een volgorde van groot naar klein enz.
Toen een kind zei: "he, de potlood is precies zo lang als mijn hand", zijn we zelfs nog met handen gaan meten. Hoeveel handen is een stoel hoog, hoeveel handen een tafel? Ook dit hebben we nog opgeschreven.
Na een dik half uur ben ik gestopt, omdat groep 3 voor de deur stond om te werken, maar vanmorgen wilden de kinderen weer gaan meten. Mijn planning is nu om een meetboekje te gaan maken, waarin verschillende voorwerpen staan en verschillende symbolen waarmee de kinderen moeten gaan meten (voeten, handen, papier enz.)
Tijdens de werkles wil ik dan twee kinderen aan het werk zetten met dit boekje, erbij schrijven hoeveel voeten iets lang is, hoeveel handen enz.
Misschien heeft iemand hier ervaring mee en tips voor me? Ik heb dit vorig jaar al eens gedaan, heb ik eerder in dit topic al eens beschreven, maar misschien heeft iemand nog andere ideeën om dit aan te pakken?
Na 6 jaar de combi 1/2/3, nu weer groep 1/2