Zomervakantie, de drijfveer voor het beroep leerkracht
Eind juni of juli, dat is natuurlijk, laten we eerlijk zijn, de favoriete tijd voor elke leerkracht. De boeken staan netjes in de kast, de schriften zijn mee naar huis, de tafels zijn schoon, de klas is eindelijk weer eens opgeruimd en de kinderen zijn weg. Er wordt veel geklaagd door leerkrachten. Ze klagen over de werkdruk, het eindeloze nakijken, het te lang en te vaak nutteloos vergaderen, zeurende ouders, brutale kinderen, handelingsplannen, het afnemen van toetsen en het salaris. Kortom klagen, klagen en nog eens klagen. Het grappige is dat niemand ooit klaagt over die lange zomervakantie. Eind juni of juli haalt elke leerkracht opgelucht adem. Niets van bovenstaande speelt dan nog, alle zorgen smelten als sneeuw voor de zon. Het enige wat dan nog telt is hun heerlijke lange vakantie. Ze pakken massaal de koffers, tenten en caravans in en ze genieten van zes weken salaris zonder daarvoor te hoeven werken. Als ik dat laatste hoor, snap ik wel waarom er zoveel leerkrachten over zijn. Zes weken salaris zonder er iets voor te hoeven doen, als je die zin op een vacaturebank zet, wordt er binnen een dag vast meer dan 1000 keer op geklikt. De werkende ouders zijn er vast minder blij mee. Die zitten nu met hun (brutale) kinderen opgescheept. Dit zijn de meesten niet gewend. Normaal gesproken zijn de kinderen op school en doen ze daar brutaal. Als ze thuis komen gaan ze voor de tv zitten met chips en cola en om zes uur eten ze voor de televisie en misschien in sommige huishoudens met z’n allen aan tafel. Na het eten mogen de kinderen nog even op de
X-BOX, of op de computer. De ouders hebben op die manier geen last van een grote mond. De kinderen vermaken zichzelf, of worden vermaakt door de elektronische kinderoppas. De ouders kunnen lekker verder met hun eigen ding. Zo erg als de leerkrachten naar die zomervakantie verlangen, zo erg zien sommige ouders er tegenop. Het is een hele andere gewaarwording voor een aantal ouders. Nu zullen ze misschien merken hoe brutaal hun kind in werkelijkheid is. Alleen ben ik bang dat ze dat de eerstvolgende keer dat ze de juf of de meester spreken weer vergeten zijn. Die kans is zeer groot, zeker als je je bedenkt dat ze voor hun kroost een oppas, een jeugdcentrum of een au pair hebben. Ten eerste is dat voor een aantal ouders een stuk makkelijker en ten tweede geeft geen enkele werkgever je zes weken vakantie, dus ze moeten wel. Kinderen zijn tegenwoordig trouwens heel volwassen. Sommige kinderen runnen bijna de hele zomervakantie een eigen huishouding. Ze zorgen voor zichzelf, een eventueel broertje of zusje en soms zelfs nog een huisdier. Die leerkrachten daarentegen doen zes weken niets, behalve genieten, feesten en lekker luieren. Leerkracht zijn is zo gek nog niet!