door Demy op 12 apr 2010, 18:34
Bewegingsverhaal (uit het vier seizoenenboek):
Beestjes
Kleine beestje komen te voorschijn uit hun warme holletjes in de grond, tussen de bladeren of stenen. Hebben jullie ze al gezien? Een hommel vliegt van tak naar tak. Een lieveheersbeestje kruipt met zijn kromme pootjes tussen bladeren. Een slak glijdt langzaam uit z'n huisje.
Zaadjes
Weet je wie er ook wakker worden?
Kleine zaadjes onder de grond.
Maak je maar zo klein alsof je een zaadje bent.
Een winter lang sliep je onder een deken van grond.
Slaap maar...
Nu maakt de warme voorjaarszon je wakker.
Wat krijg je het warm in die dikke jas onder de grond!
Je wilt graag uit de warme grond.
Je groeit en groeit en groeit.
Langzaam word je groter en groter en groter.
Er groeit een prachtige boom uit jou.
Een boom met takken (armen) en knoppen (vuisten).
De bladeren komen langzaam uit de knoppen.
De wind speelt met je bladeren. Ze ritselen en ritselen.
Soms blaast de wind hard. Het stormt.
Je buigt je takken voorover, naar achteren en opzij.
De wind blaast niet altijd.
De bladeren hangen stil aan de takken.
Vogels
Weet je wie veel van bomen houden? Vogels.
Ze maken hun nestje in bomen.
Een nest is gemaakt van takjes, veertjes en mos.
De vogels vliegen met kleine takjes in hun bek af en aan.
Wat hebben ze het druk.
Verre doelen bereik je beter samen.